Voedingswijs (#37-25) – Ultrabewerkt

Vrijwel al het voedsel dat we eten, is in zekere mate bewerkt. Denk aan brood, kaas of diepvriesgroenten. Bewerking is op zichzelf dus niet verkeerd: het kan producten langer houdbaar maken of veiliger om te eten.

Het wordt anders bij sterk bewerkte of ultrabewerkte producten. Deze bestaan vaak grotendeels uit geraffineerde ingrediënten, zoals suiker, vet of zetmeel, waaraan geur-, kleur- en smaakstoffen of andere toevoegingen zijn toegevoegd. Het eindproduct bevat daardoor meestal weinig vezels, vitaminen en mineralen, maar wel veel calorieën, zout, suiker of vet.

Voorbeelden van ultrabewerkte producten
  • Frisdranken en energiedrankjes
  • Snacks zoals chips, koek en snoep
  • Kant-en-klaar maaltijden en pakjes/zakjes
  • Vleeswaren en sommige vleesvervangers
  • Sauzen, spreads en broodbeleg met lange ingrediëntenlijsten
Waarom is het goed om hierop te letten?

Uit onderzoeken blijkt dat een hoge consumptie van ultrabewerkte producten vaak samengaat met:

  • een hogere energie-inname (je eet er sneller te veel van)
  • een lagere inname van vezels, vitaminen en mineralen
  • een grotere kans op overgewicht en chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten

Belangrijk om te benadrukken: het probleem is niet dat je nooit iets bewerkt mag eten. Het gaat erom dat ultrabewerkte producten vaak de basis van het voedingspatroon vormen, waardoor er minder ruimte overblijft voor gezonde basisvoeding.

Ons advies

✔️ Laat ultrabewerkte producten niet de hoofdmoot van je eetpatroon zijn.

✔️ Kies zo vaak mogelijk voor voedingsmiddelen met korte, herkenbare ingrediëntenlijsten.

✔️ Richt je op basisvoeding: groente, fruit, volkorenproducten, peulvruchten, noten, zuivel, vis, eieren en onbewerkt vlees.

✔️ Gebruik bewerkte producten hooguit als aanvulling, niet als fundament.

Updates nieuwsbrief

Vul hieronder uw e-mailadres in en schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *