Vitamine D is bekend als dé vitamine voor sterke botten en een goede weerstand. Het helpt je lichaam om calcium uit voeding op te nemen via de darm. Maar daarmee ben je er nog niet. Want waar gaat dat calcium vervolgens naartoe?

Daar komt vitamine K om de hoek kijken. Vitamine K – en met name vitamine K2 – zorgt ervoor dat calcium op de juiste plekken in het lichaam terechtkomt: in je botten en tanden. Tegelijk helpt het voorkomen dat calcium zich ophoopt in de bloedvaten of zachte weefsels, wat op de lange termijn nadelige effecten kan hebben op de gezondheid van hart en vaten.
Waarom is de combinatie van vitamine D en K belangrijk?
Wanneer je voldoende vitamine D aanmaakt via zonlicht of binnenkrijgt via voeding, verbetert je lichaam de opname van calcium. Maar zonder voldoende vitamine K kan het lichaam moeite hebben om dat calcium veilig te verwerken. Zo vergroot je het risico dat calcium zich op ongewenste plaatsen afzet, zoals in de vaatwand.
Welke producten zijn rijk aan vitamine K?
- Vitamine K1, uit groene bladgroenten zoals boerenkool, spinazie en peterselie draagt ook bij, maar wordt minder goed benut door het lichaam dan K2.
- K2 komt van nature voor in gefermenteerde producten zoals natto, kwark, kefir en yoghurt, bepaalde kazen, zoals Gouda, Edam en Brie, zuurkool, maar ook in eidooiers, lever en dan met name kippenlever, vlees van grasgevoerde dieren, boter en volle melk van grasgevoerde dieren.
Kortom, vitamine D zorgt ervoor dat calcium het lichaam binnenkomt. Vitamine K zorgt ervoor dat het veilig en doelgericht wordt ingezet. Ze versterken elkaar – en werken pas echt goed samen.